Leah Rudnicka (ook wel Rudnitzka of Rudnitzky) werd in 1916 geboren in Kalwarija in zuidwest Lithouen. In 1939 verhuisde ze naar Vilnius waar ze als journaliste en schrijfster deel uitmaakte van de toonaangevende joodse literaire bovenlaag van die stad. 

Op 5 april 1943 werden 4000 joden uit Vilnius en getto's uit de omgeving in 83 goederenwagons gedreven en wijs gemaakt, dat ze moesten verhuizen naar het getto in Kovno. In werkelijkheid stopte de trein in Ponar, 10 km voorbij Vilnius. Daar werden ze  uit de trein gehaald door de Duitsers en hun Lithouwse collaborateurs, de bossen ingedreven, verkracht en vermoord. 
Veel joden slaagden erin om aan deze gruwelen te ontsnappen en door het bos terug te lopen naar hun oorspronkelijke getto. Ze brachten verslag uit van wat ze meegemaakt hadden. Kinderen die daar aan hun graf ontsnapt waren, maakten opstellen over wat ze hadden beleefd.
Toen Rudnicka kennis nam van de verhalen van de kinderen die hun ouders bij Ponar hadden verloren, schreef ze het ontroerende liedje: S'dremlen feygl oyf di tsvaygn (Er dromen vogels op de takken). Op muziek gezet door Leyb Yampolsky. 
Opgedragen aan het driejarige weeskind, dat ze al eerder bij zich in huis had genomen. - VR