In 2002 besloot de directie van het Sint Joseph Ziekenhuis
in Veldhoven de naam van dit geliefde regionale ziekenhuis te veranderen in: Maxima Medisch Centrum. Dit ging zonder inspraak van het voltallige personeel (artsen, verpleegkundigen, administratie enz.). Het werd als een voldongen feit door ieders strot geduwd (twee van de drie directeuren kwamen uit de Randstad).
De Kleine Zusters van de Heilige Joseph (Heerlen) moesten uit de krant vernemen, dat hùn ziekenhuis niet meer bestond. In
2002 zou het 70 jaar
hebben bestaan. Als protest hiertegen ontstond de
SJTango,
die op 30 maart 2003 door het gemengd koor 'De Nachtegaal' uit Waalre is uitgevoerd in het Heerlense klooster . Met drie solisten en een accordeonist uit het koor.
Deze belediging aan het adres van de Kleine Zusters is nimmer goed gemaakt, noch door het ziekenhuisbestuur, noch door de bisschoppen in Nederland.
De congregatie van deze Zusters heeft méér gedaan dan alleen werkzaam zijn in de gezondheidszorg. (Wikipedia:)
De congregatie is in 1872 opgericht door de Heerlense priester Petrus Joseph Savelberg. In de tweede helft van de 19e eeuw stonden de sociale verbanden van die tijd onder druk vanwege de heersende landbouwcrisis en de opkomende industrialisatie. Adequate zorg en verzorgende voorzieningen waren er bijna niet. De onderkant van de samenleving had het in die tijd niet gemakkelijk. Savelberg was een ondernemend geestelijke en probeerde voor deze mensen op te komen. Hij verenigde zes vrouwen uit Heerlen en omstreken tot een congregatie. Het moest een sobere en eenvoudige gemeenschap worden. Iedereen die maatschappelijk buiten de boot viel, kon op de steun van deze zusters rekenen. Savelbers leus “Helpen waar niemand helpt” vormde de grondgedachte van de congregatie. In vrij korte tijd groeide de congregatie uit tot 21 kloosters. Meer dan 3000 vrouwen traden in en ooit was de congregatie de op één na grootste van Nederland. Zij stond open voor vrouwen zonder opleiding, zonder geld of met een handicap. In 2010 zijn er nog 240 Kleine Zusters in leven.
De zusters werkten in ziekenhuizen, weeshuizen, verpleegtehuizen en kinderherstellingsoorden. De religieuze deden dienst in de gezondheidszorg, het onderwijs en het huishouden. Ze werkten in ruim tachtig Nederlandse en Belgische instellingen, maar ook in Afrika en Azië. - Eigen werk.